SPEURTOCHT in het verleden van BUITENPLAATSEN

Op de buitenplaats Berbice, wordt de oude moestuin opnieuw aangelegd. Bij de lange muur waar eens de perziken groeiden is een geheimzinnig kistje gevonden. Dat is vast van heel lang geleden. Wie heeft dit in de grond gestopt?

Chest closed Chest open Chest front

Maak de browser groter, draai je tablet 90 graden of bekijk de quiz op een groter scherm!

Maak de quiz op een computer of tablet!

Inleiding

Als je meer wilt weten over hoe kinderen vroeger leefden op een buitenplaats, lees dan verder in dit boek.
Ga naar de volgende bladzijde door met je muis naar de hoek te bewegen en te klikken of te slepen, of op de cursortoets naar rechts te drukken.

Mei 1700

Allemansgeest in Voorschoten

Gegroet beste kinderen in de toekomst! Wij zijn Allard en Catherina en wonen op Allemansgeest. Mijn zusje Catherina is 10 jaar en ik ben 12 jaar. In de zomer wonen we hier, maar in de winter wonen we in ons huis in Leiden. We stoppen dit boek in een kistje en hopen dat jij dit gaat lezen...

Onze vader heet Pieter de la Court van der Voort en onze moeder heet Sara. We hebben net een nieuw groot huis gekocht op het Rapenburg in Leiden. De kamers zijn nog leeg maar het wordt heel mooi. In de zomer is het niet zo leuk om in Leiden te wonen want als het warm wordt gaan de grachten zo stinken. Iedereen gooit er zijn afval maar in, en veel mensen worden er ziek van. Mijn opa heeft in Voorschoten land gekocht en het huis laten bouwen waar we in de zomer wonen.

Vraag 1

In Voorschoten zijn er in het jaar 1700 veel zomerhuizen van rijke mensen. Die noem je ”buitenplaatsen”. Deze huizen werden alleen in de zomer bewoond, want:
  1. De rijke kinderen moesten meehelpen in de moestuin op de buitenplaats.
  2. In de winter woonden er arme mensen op de buitenplaats.
  3. In de zomer stonk de stad en wilden rijke mensen liever buiten de stad wonen.

Als we naar onze buitenplaats gaan pakken de bedienden heel veel kisten in. Mamma wil mooie kleding meenemen en het dure servies en de tafellakens. Pappa vult een kist met boeken. Ik zorg ervoor dat mijn vliegers worden ingepakt. Onze kok en andere bedienden gaan vast vooruit om het huis te luchten en klaar te maken voor als wij komen.

Vraag 2

Hoe gingen mensen in die tijd op reis?
  1. Iedereen ging lopend naar Voorschoten en de bedienden duwden de kar met bagage.
  2. De bedienden en de bagage gingen met de trekschuit over het water en de familie kwam later per koets.
  3. Met een tram met paarden ervoor.

We vinden het heerlijk op onze buitenplaats want wij kunnen buitenspelen, vliegeren, kattenkwaad uithalen en lekker eten. Er komt ook veel visite, tante Magdalena komt vaak op bezoek in haar koets. Zelf gaan we ook op visite. Eerst moeten we netjes op een stoel zitten en dan mogen we pas spelen.

Vraag 3

In de zomer draag jij vast makkelijke kleding. Allard en Catherina mochten ook zwemmen en spelen in de grote tuin, maar op visite droegen ze:
  1. Wat ze maar wilden, want iedereen was een beetje op vakantie.
  2. Hun zwembroek of bikini en een zonnebril.
  3. Kleding die erg leek op die van hun ouders: altijd een mooie jurk voor de meisjes en een nette broek en een geborduurde jas voor de jongens. Hun ouders droegen pruiken.

Duivenvoorde is een hele grote buitenplaats in Voorschoten. Er wonen belangrijke mensen en er komt veel bezoek. Het huis is veel groter dan dat van ons en ook de tuinen en moestuinen zijn groter. Op andere buitenplaatsen zijn er huisjes in de tuin om thee te drinken. Gasten varen soms met bootjes op de grote vijver, vlak langs de fontein.

Onze buurman op Beresteyn doet net alsof er een kluizenaar woont in zijn tuin, hij heeft een gekke grot gebouwd, is die er in jullie tijd nog?

Vraag 4

Is er nog een grot op Beresteyn?
  1. De grot is er nog steeds en je kunt de berg zien vanaf de weg achter het park. Zo’n gek iets op de buitenplaats noem je een folly.
  2. Nee, de grot is ingestort toen de kluizenaar weg ging.
  3. Ja, en in de grot woont nu een beer.

Ons huis heet Allemansgeest, dat is een hele oud naam, maar ons huis is nog niet zo oud. De andere buitenplaatsen in Voorschoten hebben ook allemaal een eigen naam.

Vraag 5

Welke buitenplaatsen zijn er nu nog in Voorschoten?
  1. Duivenvoorde, Beresteyn en Berbice.
  2. Bommelstein, Welgelegen en Drakensteyn.
  3. Paleis Soestdijk, Zomerlust en Roucoop.

Pappa maakt en verkoopt stoffen voor kleding in Leiden. We zijn rijk en er werken veel mensen voor ons. Pappa zegt dat je ze goed moet betalen en af en toe een cadeautje moet geven met kerstmis en met de kermis.

Vraag 6

Op Allemansgeest werkten veel mensen, zoals:
  1. De wevers van de stoffen en hun kinderen.
  2. De tuinbaas en de arbeiders, de koetsier en de staljongen, de kok en de dienstbodes.
  3. De tennisleraar en de dansleraar van Catherina.

Onze vader houdt erg van tuinieren. Hij weet er heel veel van en de tuinbaas moet precies doen wat hij zegt. Misschien gaat hij er wel eens een boek over schrijven, zegt mamma. We hebben ook hele bijzondere planten die mensen soms komen bekijken, en bij de moestuin heeft pappa een oranjerie gebouwd.

Vraag 7

Een oranjerie is een gebouw waar:
  1. De dieren van de pachtboerderij kunnen slapen.
  2. De prins van Oranje kan komen theedrinken.
  3. De dure oranjeboompjes, de sinaasappelboompjes, veilig de winter kunnen doorbrengen.

Pappa kweekt ananassen in een broeikas en die zijn heel bijzonder want ze groeien alleen in warme landen. In de boomgaard groeien nieuwe soorten appels en peren. Mijn zusje Catherina is dol op de perziken die langs de fruitmuur in het zonnetje lekker zoet worden. In de moestuin groeien het hele jaar door veel soorten groenten. Ik lust geen kool, bah.

Vraag 8

Wat zou er voor eten op tafel kunnen staan bij Allard en Catherina?
  1. Sinaasappeltjes, rabarber en postelein.
  2. Ananas, sla en pizza.
  3. Asperges, kervel, frietjes en bietjes.

Als er belangrijke gasten komen wordt de tafel heel mooi gedekt en dan mogen we netjes “Bonjour Monsieur ” zeggen in het Frans en een keurige buiging maken. Deze zomer mag ik met mijn vader mee naar Versailles in Frankrijk dus moet ik veel Franse woordjes leren. Ook Latijn is belangrijk zegt pappa. En Engels moet ik leren want dat is goed voor de handel.

Vraag 9

Hoe leerden Allard en Catherina die andere talen?
  1. In de zomer gaan ze altijd op vakantie naar het buitenland.
  2. Door een hoop spelletjes op de computer te spelen.
  3. Ze gaan naar school in Leiden en hebben ook een huisleraar.

In ons huis hangen schilderijen van opa’s, oma’s en andere mensen. Pappa verzamelt schilderijen van beroemde schilders en soms laat hij ook schilderijen maken .Voor de verjaardag van mamma wordt er nu een portret gemaakt van Catherina. Ze moet heel lang stil zitten en dat vindt ze niet leuk. Ze heeft meer plezier met haar muziek en danslessen.

Vraag 10

Welk schilderij is er van Catherina gemaakt?
  1. Noble woman 1
  2. Noble woman 2
  3. Noble woman 3

Jullie hebben ons boek in het kistje gevonden. Vond je het leuk om iets over ons en onze tijd te lezen? Misschien gaat er in de toekomst veel veranderen. Misschien wordt Leiden wel een hele grote stad, of komt er een rijke mijnheer die ons huis afbreekt of een fabriek in de tuin laat bouwen. Dat zouden we erg jammer vinden want het is hier heel fijn om te wonen.

Met groeten,
Allard en Catherina de la Court.

Vraag 11

Is het belangrijk om goed voor een buitenplaats te zorgen?
  1. Ja, dan kunnen we altijd blijven zien hoe de mensen vroeger leefden.
  2. Nee, dat hoeft niet want een snelweg is belangrijker.
  3. Nee, nieuwe huizen zijn mooier.

Gefeliciteerd, je hebt het eerste deel van de speurtocht met succes volbracht.

Score: 0

Je kon maximaal 1100 punten halen!

Ben je benieuwd hoe Voorschoten er vroeger uitzag? Blader dan verder in het boek en vergelijk de prenten van toen met de Google Streetview beelden van nu.
Misschien was er vroeger op de plek waar jij nu woont wel een buitenplaats...

Ter Wadding. Als je vanuit de stad Leiden naar Voorschoten gaat, is het eerste grote huis dat je ziet Ter Wadding. Dat is een gekke naam, maar het woord wadding verwijst naar een plek waar je door het water naar de overkant kon waden. De naam van zwembad Het Wedde lijkt daar ook op.
Berbice. Op de gevel van dit huis staat de naam Berbice. Vroeger heette het Allemansgeest. Je ziet maar een klein stukje van de buitenplaats, achter het huis is nog een vijver, en er waren boomgaarden en moestuinen. De oranjerie staat er nog steeds, en ook de muren waar het fruit langs groeide zijn er nog.
Vredenhoef. Hier staat nu een boerderij. Vroeger stond daar een prachtige buitenplaats, met een tuin ervoor waar pauwen in liepen. Aan de achterkant stroomt de Vliet. Reizigers met de trekschuit konden hier in en uit stappen.
Beresteyn. Jonkheer Hugo van Berensteyn bouwde in 1834 deze mooie villa, toen maar één verdieping hoog. Je ziet op het hek twee beren staan maar de dieren in het wapen van de jonkheer waren everzwijnen.
Groot Stadwijk. Deze buitenplaats werd in 1908 een deftige kostschool voor jongedames. Later werd het een kindertehuis en heette toen Nieuw Voordorp.
Klein Stadwijk. Klein Stadwijk was een kleine villa die gebouwd werd op de overtuin (dit is de tuin aan de overkant) van Groot Stadwijk.
Adegeest. In de middeleeuwen stond hier een kasteel, en later kwam er een landhuis. De vijvers in het park zijn misschien nog wel deel geweest van de oude slotgracht. Van dat landhuis kan je nu alleen nog de eerste verdieping zien.
Welgelegen. Dit was een buitenplaats met grote tuinen. De Leidse weg door Voorschoten werd steeds drukker, er ging zelfs een tram rijden. Het huis zelf is daarna afgebroken.
Ter Lips. Langs de Wijngaardenlaan stond kasteel Ter Lips waar ridder Jacob Oem Van Wijngaarden woonde. Het werd in 1743 afgebroken.
Bijdorp. Deze buitenplaats had een hele lange tuin die doorliep tot aan de Vliet. Aan de weg en aan het water stonden speelhuisjes met sierlijke koepeltjes waar men thee kon drinken en genieten van het uitzicht. Nu is het een klooster.
Roucoop. Het Huis Roucoop werd ook wel Middelgeest genoemd. Het is bij het beleg van Leiden verwoest en weer herbouwd.
Rosenburg. De Rosenburch was een kasteel in de 13e eeuw. Nu is er op deze plek een begraafplaats en alleen de naam en de gracht herinneren nog aan deze oude buitenplaats.
Ter Horst. De oude ridderhofstede Ter Horst werd later buitenplaats en uiteindelijk in 1863 een jachthuis voor prins Frederik der Nederlanden. Je kunt het vanuit de trein zien liggen.
Duivenvoorde. Dit is nog steeds een kasteel met grote tuinen. Het is ook een museum dat je kunt bezoeken. Er is heel veel te zien.
Haagwijk. De naam Haagwijk betekend “weg uit Den Haag”, dus het was een buitenplaats van mensen uit Den Haag.

Kaart toen & nu

Beweeg met je muis van links naar rechts om het verschil tussen vroeger en nu te bekijken op de kaart.

Nu Toen

Einde

Meer weten? Bekijk een filmpje over de buitenhuizen!

Samengesteld door Inge Janssen en Marjoleine Kooper-Huigen.

Mede mogelijk gemaakt door de Gemeente Voorschoten en Provincie Zuid-Holland

Ga terug naar het begin