Familie Begeer

De familie Begeer waren de laatste bewoners van Berbice. Twee leden van deze familie zijn bepalend geweest voor het verleden en de toekomst van de buitenplaats.

Carel J.A. Begeer (1883-1956) was directeur, ontwerper en kunstliefhebber. Hij neemt een bijzondere plaats in tussen de kunstnijveren en ontwerpers die aan het begin van de twintigste eeuw in Nederland werkten. Dat is te danken aan het feit dat hij in zijn persoon twee nogal uiteenlopende werelden verenigde: enerzijds was hij een succesvol ontwerper van zilveren sier -en gebruiksvoorwerpen, anderzijds een vooraanstaand zakenman die leiding gaf aan de grootste edelmetaal-industrie van zijn tijd, Koninklijke Van Kempen & Begeer. Hij kocht Berbice in 1938 en verhuisde met zijn gezin vanuit Wassenaar naar Voorschoten. Op de buitenplaats ontving hij bijzondere gasten zoals bekende kunstenaars uit zijn tijd.

Onder de door Carel Begeer ontworpen Zilveren sier- en gebruiksontwerpen worden er een aantal gerekend tot de hoogtepunten van de Nederlandse Art Deco. De door hem ontworpen complete eetkamer met kleed van Theo Nieuwenhuis zijn voorbeelden hiervan die nog in het huis bewaard zijn.

De dochter van Carel, Mej. R.J.M. Begeer, kocht in 1978 na het overlijden van haar moeder de kerndelen van de buitenplaats van haar broer en zussen en behield zoveel mogelijk de tijd van haar ouders. Haar hele leven heeft zij gewijd aan het behoud van de buitenplaats met zijn omgeving en bij elke aanval van buiten trok zij juridisch ten strijde om ook anderen het belang te laten zien, vaak met succes.

Het tracé voor de Rijnlandroute heeft zij na 12 jaar strijd om de buitenplaats heen weten te krijgen, terwijl de rood-witte palen van Rijkswaterstaat al 15 meter van haar huis af stonden. Door haar inzet en toedoen is de buitenplaats toen behouden gebleven. Ook vele andere bijzondere monumenten in Voorschoten zijn dankzij haar enorme inzet bewaard gebleven. In haar tijd is Voorschoten uitgebreid met vele nieuwbouwwijken waarvoor oude gebouwen gesloopt en waterwegen omgelegd zouden moeten worden. Door vele bezwaarschriften in te dienen en raadsvergaderingen bij te wonen heeft mejuffrouw Begeer een aantal van deze historische panden weten te redden voor Voorschoten. Op haar initiatief is toen hier ook een stichting voor opgericht, die inmiddels is overgegaan in de Vereniging tot Behoud van Oud, Groen en Leefbaar Voorschoten.

Mejuffrouw Begeer kijkt vanuit haar laatste rustplaats uit over de rozentuin, die weer naar haar eigen ontwerp hersteld wordt. Door de buitenplaats na te laten aan de door haar opgerichte Stichting tot Behoud van Cultuurhistorische Buitenplaatsen heeft zij ervoor gezorgd dat Buitenplaats Berbice als uniek Nederlands erfgoed ook voor toekomstige generaties behouden blijft.