Voor de oude pachtboerderij de Corneliahoeve, in de verste hoek van de rozentuin, stond tot voor enkele jaren een vervallen schuur die aanleunde tegen een treurbeuk en een treurwilg. Nadat de treurwilg het had begeven, stortte de schuur het jaar erop gedeeltelijk in en werd toen i.v.m. de veiligheid afgebroken. Op oude kaarten stond deze schuur aangegeven als het “schuytenhuis”. Als deel van de restauratie van de opstallen van de buitenplaats is in nu, november 2017, een begin gemaakt met de herbouw van het schuytenhuis door bouwbedrijf Burgy.
De naam schuytenhuis of botenhuis verwijst naar het schuitje waarmee vanouds de producten uit de moestuin van de buitenplaats werden vervoerd naar het woonhuis van de familie in Leiden. Al in 1664 werd de vaarsloot aan de achterkant van de buitenplaats verbreed en verlengd op last van bewoner Allard Poelaert om zo een verbinding tot aan de Vliet bij het Wedde te maken. Ook zal het schuytje gebruikt zijn om via de vaarsloot gasten en/of hun bagage te vervoeren vanuit Leiden, of hen op te halen bij de tweede pachtboerderij van de buitenplaats, Allemansgeest aan de Vliet, waar de trekschuit aanlegde.
Het herbouwde schuytenhuis van Berbice krijgt een nieuwe functie. Het zal de werkschuur worden waar het (tuin)gereedschap zal worden opgeslagen, waar gewerkt kan worden aan klussen, waar overleg gepleegd zal worden en koffie zal worden gedronken door de vrijwilligers. De oranjerie krijgt daarmee haar oude functie terug o.a. als winterstalling voor planten van half oktober tot half mei. In 2017 is een begin gemaakt met de terugkeer van de collectie kuipplanten en citrusboompjes die vanouds op de buitenplaats te vinden waren. Nadat de werkzaamheden aan het schuytenhuis zijn afgerond en het casco voor het einde van dit kalenderjaar is opgeleverd, zal een begin worden gemaakt met de uitgebreide restauratie van de oranjerie. De geschiedenis van Berbice herleeft en het verhaal wordt verder geschreven.
MKH