Fladderaars op Berbice

23 mei 2022

Berbice is sinds begin van dit jaar een Sovon telgebied geworden. Sovon is de landelijke organisatie die met behulp van vele vrijwilligers d.m.v. regelmatige tellingen de ontwikkelingen in de vogelstand bijhoudt. Als vrijwilliger van de Berbice nestkastjes groep loopt Stan van der Laan dit broedseizoen twaalf keer, afwisselend bij zonsopgang en zonsondergang, door het park om broedvogels te inventariseren.

Bij het vallen van de avond van 6 mei verzamelden de nestkastvrijwilligers Jacques de Kleine en Fer von der Assen zich bij de hoofdingang om Stan bij zijn ronde te vergezellen. Bij het groepje voegden zich ook Bert Oosterloo en zijn vrouw, de eigenaren en bewoners van het koetshuis en de fraaie tuin daaromheen, waar inmiddels ook diverse nestkasten zijn opgehangen en die onderdeel uitmaakt van het broedvogelonderzoek. Het was een mooie stille avond en de vele zangvogels deden hun naam eer aan door luid van zich te laten horen. Voor de telling mag je een vogel noteren als je hem hoort, maar het mooiste is natuurlijk als je hem ook ziet. Door het inmiddels aardig toegenomen groen in bomen en heesters is dat laatste niet altijd makkelijk, maar ook het op naam brengen van de diverse liedjes en roepjes vereist enige ervaring. Zo lijkt de zang van de tjiftjaf soms verraderlijk veel op een bekend fluitje van de koolmees en is alleen de klemtoon even anders.

In elk geval zagen en hoorden we deze avond een bonte hoeveelheid aan vogels, met hard zingende zwartkoppen, melodieuze roodborsten, verbazend luide winterkoningen en krijsende halsbandparkieten als meest opvallende soorten. Daarnaast hoorden we een vink, grote bonte specht, groene specht, tjiftjafs, merels, twee zanglijsters en diverse mezen. We liepen langs de plek waar onlangs een geplukte bosuil was gevonden, mogelijk de bekende uil van Beresteyn en waarschijnlijk het slachtoffer van een havik. We hopen maar dat er zich nog familieleden van de bosuil in de buurt ophouden, het resterende mannetje is in ieder geval in maart nog gehoord. We hebben enkele jaren geleden al midden in het park een uilenkast opgehangen, maar tot nu toe is die niet gebruikt door de soort waarvoor hij bestemd was. We waren echter blij van Stan te horen dat hij in de buurt van de kast diverse holenduiven had waargenomen en vermoedt dat er nu ook een paartje daarvan in de uilenkast zit.

We sloten de telling af met de ook door Sovon inmiddels bevestigde conclusie dat Berbice een groot aantal vogels herbergt, meer dan voor zo’n betrekkelijk klein park mag worden verwacht. Dat is ongetwijfeld mede te danken aan de hoeveelheid nestkasten, inmiddels zo’n dertig in getal, en aan het feit dat het park grenst aan de rustige en gevarieerde  groengebieden rond de Zilverfabriek, het koetshuis en Beresteyn. Ook bij de recente renovatie van het Zocherpark zijn er maatregelen genomen zoals de aanplant van bes-dragende struiken, die ongetwijfeld zullen bijdragen aan een gunstige ontwikkeling van de vogelstand.

Toen de avond gevallen was en het vogelkoor op een enkele zanglijster na was verstomd, besloten we nog even te blijven om te zien wat Berbice betekent voor de vleermuizen. Om een inzicht te krijgen haalde Stan zijn “bat detector” tevoorschijn, een apparaatje dat de sonargeluidjes van de vleermuizen, die voor het menselijk oor niet hoorbaar zijn, opvangt en vertaalt in geluiden die wij wel kunnen horen. Al snel hoorden we boven de open plekken een toenemend gepiep, gekraak en gedreun uit het apparaatje opstijgen ten bewijze dat diverse soorten vleermuizen inmiddels hun verblijfplaatsen hadden verlaten. Alle vleermuissoorten hebben hun eigen frequenties en dankzij de bat detector konden we de rosse vleermuizen, die via min of meer vaste routes naar de omliggende polders vliegen, onderscheiden van de gewone en ruige dwergvleermuizen, die in de buurt van het park blijven.

Elke vleermuissoort heeft ook zijn favoriete zone waar hij zijn voedsel zoekt. De gewone dwergvleermuis zoekt het onder de boomkronen, de rosse vleermuis meer boven de boomkronen en de watervleermuis, de naam zegt het al, vlak boven de waterspiegel. Ondanks het drukke rumoer op de bat detector slaagden we erin alle vier de soorten te identificeren. Soms lukte het om een gewone dwergvleermuis dichterbij te lokken door met de vingernagels te “knippen”. Nog beter zou dat gaan door met de nagel over een zakkammetje te strijken, maar dat had helaas niemand bij zich. De vleermuizen op Berbice houden zich overdag vooral op in boomholtes en in de spouwen en daken van de gebouwen. Van de gewone dwergvleermuis is bekend dat er een kolonie is gevestigd in het oude hoofdhuis van Beresteyn. Daarvan zullen we er deze avond ongetwijfeld enkelen hebben gezien of “gehoord”.

Ook dit onderdeel van de avond was dus een succes te noemen. Eind juni wordt het broedvogelonderzoek afgerond en gaat Sovon aan de slag met het analyseren van de inventarisatierondes. We kijken uit naar de rapportage daarvan. Medio juni gaan we nog eens terug om de vleermuisstand te controleren, altijd weer spannend.

Fer von der Assen
vdassen@ziggo.nl

 

Meer artikelen